Nieuwe begrippen ontwikkeld voor het virtuele milieu, door Martine Delfos
Avatarisme: Het zich verliezen en verslaafd raken aan een virtuele identiteit. Gebaseerd
op het begrip avatar. In de hindoeïstische filosofie betekent avatar het incarneren of verschijnen
van een (abstracte) god op de wereld in de persoon van een levend wezen. In het
vm is het als het ware omgekeerd, een levend wezen kan zich als een god presenteren in
het vm.
Ego-explosie: Een toestand waarin mensen geen realistisch zelfbeeld meer hebben en het
ego buitensporige proporties aangenomen heeft. Een typisch risico van het vm, zeker in
combinatie met een opvoeding die ego-gericht is. Door excessief gamen van jongs af aan
ontstaat een scheefgroei van het ego, omdat het gamen het ego vormt op basis van een
extreem beloningssysteem.
Game-anorexia: Het verdringen van eten en het afnemen van het hongergevoel als gevolg
van excessief gamen.
Gamefrenzy/spelkolder: Een te sterke fascinatie voor games die het sociaal functioneren
van het kind negatief kan beïnvloeden en opvoedkundige interventie noodzakelijk maakt.
Gamepsychose: Het verlies aan contact met de werkelijkheid van het rl, als gevolg van
een excessief geïsoleerd bestaan in het vm met gaming. Niet hetzelfde als een reguliere
psychose, waarbij het contact met de werkelijkheid verstoord is door denkstoornissen,
maar een contactverlies door een fundamentele vorming vanuit het vm.
Groepsouderschap: Het met een aantal ouders samen structureel een deel van de opvoeding
samen delen. Door met betrekking tot een aantal onderwerpen als groep ouders op
te treden, voelt de individuele ouder zich sterker en beschikt over een collectief aan kennis
en ervaring in plaats van afhankelijk te zijn van het individuele perspectief.
Vierde milieu: De opvoedingsruimte was verdeeld in drie milieus: het eerste milieu het
gezin, het tweede de school en het derde milieu de wereld daarbuiten. Uit het derde
milieu heeft zich een factor losgemaakt die zo omvangrijk is, dat deze een eigen status
verdient en het vierde milieu genoemd kan worden: het virtuele milieu.
Virtueel steno/snelheidstaal: Een taal die minder tekens bij het typen nodig heeft, bijvoorbeeld
een =1. Geen grammaticale taal, maar een snelheidstaal.
Virtueelcodes: Gedragscodes voor het omgaan met elkaar in het virtuele milieu. De normen
en waarden uit het rl kunnen niet allemaal vertaald worden naar het vm. Er zijn
fundamenteel andere mechanismen werkzaam, waardoor ook nieuwe normen nodig zijn. Er moeten virtueelcodes ontwikkeld worden, omdat het vm de morele ontwikkeling van
kinderen en jongeren vormt.
Virtuele milieu: Onder het virtuele milieu wordt de fictieve wereld verstaan, gecreëerd
door media met een beeldscherm, waarin men zich passief (met name televisie, video en
cd/dvd) of actief en interactief (met name internet, computer, mobieltje, iPad, Wii,
gaming enzovoorts) beweegt.
Virtuele verwaarlozing/virtual neglect: Het tekort aan aandacht en opvoeding geven aan
kinderen in het vm.
Download bijlage 1 (PDF)